Visie en Beleid

Wij beschouwen ieder kind als een uniek, volwaardig en bijzonder wezen.
 
Elk kind heeft een eigen gevoelswereld, een eigen manier van denken en van zich uitdrukken, een eigen fysiologie, een eigen manier van omgaan met anderen en zichzelf. Daarom heeft elk kind een eigen aanpak nodig en wordt het als individu gezien en behandeld.
 
Alle leid(st)ers die in dienst zijn van B.S.O. Ons Plezier Kwartier beschouwen elk kind als een unieke persoonlijkheid met een eigen lichamelijke verschijning, een eigen groeipatroon, een eigen ontwikkelingspatroon en een eigen temperament. Elk kind heeft eigen ouders met een levensovertuiging, sociale achtergrond en etniciteit. Dit maakt elk kind apart en verschillend van anderen. Juist het verschil tussen kinderen maakt het werken met hen uitdagend, dynamisch en verfrissend.
 
 
B.S.O. Ons Plezier Kwartier beoogt de kinderen op te voeden tot zelfstandige, mondige individuen. Wereldburgers in de dop. Hierbij dient er een balans gevonden te worden tussen de innerlijke gevoelens/belangen van het individuele kind en de maatschappij, in dit geval de directe omgeving waarin ze verkeren, dus bv in het kindercentrum tussen andere kinderen.

Kinderen groeien op in een dynamische, zeer snel veranderende, complexe maatschappij waarbij computertechnologie en automatisering een steeds grotere plaats innemen. Nog niet voor alle ouders is het een vanzelfsprekendheid om een computer in huis te hebben in of er handig en goed/veilig mee om te kunnen gaan.
 
Niet iedere ouder beschikt over de kennis en middelen om hun kinderen hier veilig, bewust en verantwoord in te begeleiden. Ook hier biedt B.S.O. Ons Plezier Kwartier een verantwoorde aansluiting bij de maatschappij door twee internetcomputers en randapparatuur (fototoestel, printers, scanner e.d.) beschikbaar te hebben waarbij kinderen van alle leeftijden binnen een veilige (internet)omgeving onder voortdurend toezicht hun vaardigheden en kennis op dit gebied kunnen vergroten.
Daarbij is er een bewust oog voor de mogelijke gevaren bij onvoldoende of onjuiste begeleiding. Hiermee wordt naast het plezier dat ze eraan mogen beleven de zelfredzaamheid in de moderne digitale communicatiewereld aanzienlijk vergroot.
 
Hier komt de ervaring als ICT-coördinator (informatie en communicatietechnologie) in het basisonderwijs van de groepsleider zeer gelegen.

Elke dag maken de leid(st)ers originele en nieuwe dingen mee. Kinderen reageren spontaan op elkaar en op de nieuwe dingen die ze ontdekken. Zij hebben hun voorkeuren. Iedere keuze wordt gerespecteerd tenzij het kind enig risico loopt of gevolgen van zijn keuzes niet kan overzien. De leid(st)ers behoeden de kinderen voor gevaren en beschermen het tegen onheil.

Kinderen mogen zichzelf zijn. Het allerbelangrijkste is waarschijnlijk dat zij zich veilig voelen en wel bevinden. Pas wanneer zij goed in hun vel zitten, is er aandacht voor de ontdekking van nieuwe (leer-) gebieden en kunnen zij groeien. Al spelend leren zij steeds meer buiten hun eigen ervaringsgebied en proeven aan nieuwe dingen. Nieuwsgierig geworden nemen zij daar kennis van en spelen al lerend verder.
 
 
Ook goede lichamelijke verzorging is belangrijk. De leid(st)ers zorgen dat de kinderen lekker, voldoende en verantwoord te eten krijgen. Bij onze aandacht voor (ecologisch) milieu, duurzaamheid en voeding hoort onze geregelde bewuste keuze voor onbespoten EKO biologisch fruit/groente.

Ze mogen altijd extra drinken en als ergens hulp bij nodig is vormt dat nooit een probleem. Leid(st)ers maken van die gelegenheid gebruik om de kinderen te leren het zoveel mogelijk zelf te doen.

Na inspannende bezigheden is er rust. Het programma van de (mid)dag laat zien dat inspannende en rustige activiteiten elkaar afwisselen. Regelmatig komen dezelfde activiteiten terug zodat de kinderen kunnen anticiperen op wat komen gaat. Het schakelen gaat soepel. De ouderwetse regel dat je bij opvoeding moet zorgen voor Reinheid, Rust en Regelmaat is eigenlijk nog steeds actueel en van belang.

De leid(st)ers van ons kindercentrum beseffen goed dat de groep anders is dan een gezin. In de groep zijn de verhoudingen tussen de leid(st)ers en de kinderen totaal anders, alleen al omdat er meer kinderen zijn. De leid(st)ers zijn daardoor in vergelijking met thuis iets meer op afstand aanwezig en de kinderen zijn iets meer op elkaar aangewezen; onderlinge relaties van de kinderen lijken een belangrijke plaats in te nemen.
 
De leid(st)ers maken gebruik van de groepsdynamica. Door de steeds weer terugkerende vaste dagelijkse rituelen zoals het begin gesprekje, het samen eten, het samen opruimen, weten de kinderen wat ze moeten doen en hoe ze zich dienen te gedragen. Het valt al snel op wanneer een kind in afwijking van de rituelen iets wil. Andere kinderen melden dat en proberen soms het kind al op andere gedachten te brengen. De leidster probeert op zo’n moment de redelijkheid in te laten zien.
 
Pas indien een kind een groepsregel overtreedt wordt het terechtgewezen. Daarbij toont de leid(st)er altijd eerst begrip voor de beweegredenen van het kind. De emoties van de kinderen hebben speciale aandacht. leid(st)ers benoemen de emoties. Een kind dat verdriet heeft wordt getroost, een boos kind wordt geholpen om zijn boosheid op te lossen. Vreugde wordt gedeeld, maar ook kinderen die even minder in de aandacht staan of vragen krijgen regelmatig een aai over de bol, een complimentje of een knuffel.
 
 
Dit werken vanuit de dingen die de kinderen aangeven vraagt van de leid(st)er een sterk empathisch vermogen, grote sensitiviteit. Dit is misschien wel juist het leukste voor de professionele opvoeder. Juist in aansluiting op de individuele behoeften van het kind proberen wij de doelen te halen die de ouders en wijzelf aan de kinderbegeleiding stellen. Die aansluiting vraagt nu juist grote sensitiviteit!

In contact met collegae uit de kinderbegeleiding wordt gesproken over de kinderen, de activiteiten, materialen die de kinderen in de verschillende ontwikkelingsfases krijgen aangeboden en hoe zij gestimuleerd worden ermee te gaan spelen.

Samenvatting
Elk kind is een uniek menselijk wezen. Het heeft een eigen groeipatroon. Het volgt zijn eigen weg naar volwassenheid. Het kind alleen kan de volwassenheid niet bereiken. Het heeft volwassenen nodig die hem opvoeden. Voor de kinderbegeleiding betekent dit dat de leid(st)ers zorgen voor veiligheid en welbevinden als vertrekpunt voor het spelend leren.
 
Het belangrijkste daarbij is dat wij gevoelig zijn voor de behoeften van elk individueel kind. De opvoeders ondersteunen het kind bij moeilijke stappen, reiken hulpmiddelen aan, behoeden het voor gevaren, beschermen het tegen onheil.
 
Zij laten het belang van het kind altijd prevaleren en houden hun eigen belangen zorgvuldig op de achtergrond. De weg naar de volwassenheid is te verdelen in verschillende fasen waarin het kind telkens een ander gedragrepertoire leert. Vanzelfsprekend is ook in elke fase typische ondersteuning nodig. In een motto samengevat

"LEER HET MIJ ZELF TE DOEN!”

Dit onderdeel over onze visie maakt deel uit van ons pedagogisch beleidsplan.
Als u het gehele pedagogische beleidsplan wilt downloaden klik dan pedagogisch beleidsplan v15 2016.pdf